Praag is de prachtige hoofdstad van Tsjechië. Praag ligt midden in de regio Midden-Bohemen, maar vormt een zowel een eigen regio als een eigen district. De geschiedenis van Praag (Praha) gaat duizenden terug, waarbij er al voor het begin van onze jaartelling sprake was van een Keltische nederzetting aan de oevers van de Moldau. De belangrijkste groeiperiode kende Praag in de middeleeuwen, toen op de linkeroever de Praagse Burcht verrees en op de rechteroever de basis werd gelegd voor wat nu de oude binnenstad van Praag is.
Een tweede belangrijke periode voor Praag is 1918 tot 1989. In 1918 werd Praag de hoofdstad van een nieuw land: Tsjecho-Slowakije. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Praag bezet geweest door de Duitsers. Dat heeft een groot aantal in Praag en in de rest van Tsjechië wonende joden het leven gekost. In totaal zijn er bijna een kwart miljoen joodse inwoners van Tsjechië gedood en/of gedeporteerd gedurende de zes jaar dat W.O. II duurde. Na de oorlog heeft dit vergaande gevolgen gehad voor de vele Duitsers die in Tsjechië en Praag leefden. Een deel werd gedood, een groter deel gedeporteerd en veel Duitsers zijn zelf het land ontvlucht.
In de eerste jaren na de oorlog is de herinnering aan een tweetalig verleden (Tsjechisch en Duits) weggevaagd. Duitstalige instituten verdwenen, waaronder de Duitstalige universiteit in Praag. Na de bezetting tijdens W.O. II volgden enkele decennia onder een communistisch regime. Deze periode werd in 1989 afgesloten met de fluwelen revolutie, waarna er een democratisch systeem kwam. Vanaf 1 januari 1993 werd Praag de hoofdstad van het nieuwe land Tsjechië dat ontstond na de opsplitsing van Tsjechoslowakije. Vanaf dat moment is de populariteit van Praag als toeristische bestemming enorm toegenomen. Praag behoort tegenwoordig tot de populairste stedentripbestemmingen in heel Europa.